Persbericht

De Sutter gaat vol voor duurzame federale aankoopstrategie: ‘Ik ben er zeker van dat we hier een wereld te winnen hebben.’

Minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter wil dat de federale diensten duurzamer aankopen. ‘Federale diensten moeten een uithangbord worden op vlak van duurzaamheid. Dat verwachten mensen van ons. Daarnaast wil ik ook meer namen van kleine ondernemers zien opduiken op federale offertes,’ dat zegt De Sutter. Het zijn enkele punten uit haar nieuwe federale aankoopbeleid waarvoor ze vrijdag het akkoord van de federale regering gaat vragen.

De Sutter: ‘Het federaal aankoopbeleid is de laatste jaren efficiënter gemaakt door steeds meer voorrang te geven aan gemeenschappelijke aankopen. Vandaag tellen we bij de federale overheidsdiensten 38 gemeenschappelijke contracten voor diensten en goederen en er staan er nog 50 in de steigers. Dat gaat dan van samen aankopen van bureaumateriaal naar afvalophaling tot werkkledij enzovoort. Zo drukken we de kosten.’     

Voor De Sutter moet de federale aankoopstrategie niet alleen besparen of efficiënter worden. ‘De federale overheid koopt jaarlijks gemiddeld voor meer dan 150 miljoen goederen en diensten aan via contracten waarop meerdere overheidsinstellingen afnemen: dat belastinggeld moet ook op een duurzame manier worden besteed. Als je aankopen doet met belastinggeld, brengt dat verantwoordelijkheid met zich mee en een voorbeeldfunctie. Voor mij is dat de logica zelve.’ 

Een wereld te winnen

De federale overheid had in het verleden al stappen genomen in die richting met onder meer een Gids Duurzaam Aankopen, maar De Sutter wil dat er een tand bijgestoken wordt. ‘Als het aan mij ligt, is bij openbare aanbestedingen niet alleen de prijs van belang, maar zal er ook voldoende oog moeten zijn voor hoe lang een product kan meegaan, de verpakking, de impact op het klimaat enzovoort. Duurzaamheid betekent ook nog: komt het van een korte keten? Plakt er een rainforest-label op? Wordt werkkleding gemaakt door bedrijven die sociale rechten respecteren?,’ klinkt het.  

‘Bovendien kunnen gezamenlijke aankopen van federale diensten de markt aanjagen en leveranciers duidelijk maken dat een duurzaam aanbod hun beste kans op klanten is.’  

Er is op dat vlak volgens De Sutter werk aan de winkel: ‘Met de informatie die ik kreeg, blijkt dat amper twee procent van de overheidsopdrachten rekening houdt met duurzaamheid, dat wil zeggen met milieu, sociale en ethische aspecten en innovatie. In één adem wil ik dat cijfer nuanceren want de diensten zijn niet verplicht om informatie door te spelen over duurzaamheid. Toch ben ik er zeker van dat we hier een wereld te winnen hebben. 

Pas toe of leg uit

De Groene minister gaat verder: ‘Ik stel voor dat er een lijst komt met daarop categorieën van producten die mikken op 100 procent duurzaamheid. Mogelijke kandidaten voor die lijst zijn de voertuigen, maar evengoed textiel, ICT-materiaal, handgereedschap om enkele te noemen. Daarnaast wil ik echt dat de overheidsdiensten kijken waar ze kunnen samenwerken met maatwerkbedrijven, plekken waar mensen aan de slag zijn die moeilijker in het reguliere arbeidscircuit terechtkunnen.’  

Ze stipt aan: ‘Die lijst is niet meer vrijblijvend. De diensten moeten kiezen voor duurzame producten en echt motiveren waarom ze dat eventueel niet doen, het zogenaamde comply or explain-principe.’  

Ze zegt ook nog: ‘Ik wil rekening houden met circulaire economie en herbruikbare materialen. Dat wil zeggen investeren in bureaumeubilair dat gemaakt werd uit recyclagemateriaal. Maar ook ervoor zorgen dat als er pakweg een kast kapot is, de leverancier die moet herstellen. Bewust kiezen voor materiaal dat langer meegaat, meer bio- en lokale producten die de weg vinden naar de federale overheid en erop letten dat oud materiaal van de federale overheid via NGO’s een nieuw leven wordt ingeblazen bijvoorbeeld bij gezinnen die het nodig hebben of landen uit het Zuiden.’    

Iedereen doet mee

Ze legt verder uit dat non-discriminatie ook een leidraad moet worden. ‘In onze planning voor de aankopen, zullen we ook aandacht hebben voor producten die nu erg ad hoc worden aangeboden. Een raamcontract voor doventolken bijvoorbeeld of raamcontracten voor specifiek materiaal voor mensen met een handicap (zoals een brailleleesregel, loep of dicteersoftware voor mensen met een motorische handicap aan de armen, enz.). Het spreekt voor zich dat dit vroeger ook werd aangekocht voor hen, maar telkens per stuk en ad hoc. Via raamcontracten kan dit sneller en met minder papierwerk worden geregeld.’  

Tegelijk klopte De Sutter aan bij experts van het Gelijkekansencentrum Unia aan. ‘We zullen werk maken van een non-discriminatieclausule waaraan onze leveranciers moeten voldoen. Bedrijven die discrimineren, zullen niet aan de bak komen bij de overheid. Uiteraard waren er al uitsluitingsgronden die gepaard gaan met discriminatie zoals ze strafrechtelijk is beschreven, maar hier gaan we nog een stap verder. Niet alleen wanneer bedrijven een opdracht binnenhalen zal er gekeken worden naar de antidiscriminatiewet, ook wanneer ze bezig zijn voor onze federale diensten.’   

Tot slot mag duurzaamheid niet de enige ambitie zijn. ‘We schrijven ons ook in de ambitie in van de regering om de toegang voor kmo’s tot de federale overheidsopdrachten te verbeteren. Samen met mijn collega’s bevoegd voor kmo’s en de Eerste Minister wordt daarvoor vandaag ook een gedetailleerd plan aan de ministerraad voorgelegd.’