Toespraken

Studievoormiddag 'Loskoppelen: meer dan een behoefte, een recht!'

Deze dag hield FOD Beleid & Ondersteuning een studievoormiddag over deconnectie. De coronapandemie toonde aan dat een goede balans tussen het werk- en privéleven enorm belangrijk is. Ik sprak de aanwezigen aan over het belang van het wettelijk vastleggen van deconnectie. Ik hoop dat de wet zich ook vertaalt naar de private sector.

Goeiemorgen iedereen
 
Fijn dat jullie hier vandaag allemaal aanwezig zijn op dit event rond deconnectie. Een thema dat ik bijzonder belangrijk vind als minister (van ambtenarenzaken), maar ook als arts en als mens – omdat het niet alleen over onze manier van werken gaat, maar vooral over ons welzijn. We mogen het belang van tijdig loslaten immers niet onderschatten, wanneer het over onze mentale gezondheid gaat.
 
En ik hoop dat het nieuws jullie intussen allemaal bereikt heeft dat het recht op deconnectie sinds 1 februari dit jaar ook echt reglementair verankerd is voor ons als ambtenaren. We toonden hiermee het goede voorbeeld, want ook voor de private sector wordt eraan gewerkt. En dat is niets te vroeg. Deconnectie is een recht dat vandaag misschien belangrijker is dan ooit. Dat heeft de vervelende coronapandemie ons helaas heel duidelijk gemaakt.
 
Velen hebben toen, in die periode, aan den lijve ondervonden hoe moeilijk het was om werk en privé te combineren en vooral gescheiden te houden. Plots zaten we allemaal thuis, dag in dag uit. En misschien had u een partner die ook thuis was en (al dan niet luidruchtig) vergaderde via Teams of Zoom. En ook uw kinderen zaten plots thuis voor thuisonderwijs. En de restaurants en cafés, misschien wel uw broodnodige uitlaatklep op dat moment, die waren gesloten.
 
Plots ging de samenleving op slot en toch moest het land blijven draaien. En daar zorgden jullie, als ambtenaren met verve voor – dat heb ik al vaker gezegd, en ik zeg het nog steeds met trots. Jullie hielden het land mee overeind.
 
Maar het heeft ook veel van ons gevergd. De scheidslijn tussen werk en privé is vandaag vager dan ooit. De impact op ons mentaal welzijn is iets dat we niet mogen negeren.
 
*** 
 
Dat maken ook de cijfers duidelijk: vandaag loopt bijna 30% van de werknemers in België een hoog risico op burn-out. En het aantal professionele burn-outs in België is met 66% gestegen sinds het begin van de coronapandemie.
 
Bovendien blijk ook dat één op vijf werknemers toch e-mails leest tijdens vakantie en/of na de werkuren. Nog eens één op vijf beantwoordt ook werkgerelateerde telefoontjes na het werk.
 
Vooral jongeren lijken problemen te hebben met het loslaten van de job na de werkuren. De problemen lijken het grootst te zijn bij de twintigers en dertigers – niet toevallig vaak ouders met jonge kinderen. Voor deze jonge mensen is het dus nog extra van belang om een gezonde work-life balans mogelijk te maken.  
 
Dat evenwicht heeft overigens ook voordelen: door een mooi evenwicht tussen werken en leven te verzekeren, werpen we buffers op tegen stress en verhinderen we burn-outs. Maar een uitgeruste medewerker werkt geconcentreerder en vaak ook vlotter.  Het is dus een win-win situatie.
 
Maar de cijfers, die ik zonet opsomde, maken ook wel duidelijk – hoe sterk we ook zijn of denken te zijn – dat zelfzorg cruciaal is. Meer dan ooit is het belangrijk om aandacht te schenken aan het begrip “deconnectie”; het kunnen loskoppelen van je werk, ook als je van thuis werkt. Dit is niet altijd makkelijk. Dat besef ik. Daarom dat ons reglementair kader rond deconnectie dit moet ondersteunen.
 
*** 
 
Het deconnectierecht is natuurlijk meer dan wat er in de pers soms van werd gemaakt. Hier en daar beperkte men het namelijk clichématig tot ‘de ambtenaar moet na 17u de telefoon niet meer opnemen’. Dat is natuurlijk een oneerlijke karikatuur. Ik weet bovendien, uit ondervinding, dat heel wat ambtenaren ook na 17u hun telefoon opnemen.
 
Maar dat is natuurlijk niet waar dit initiatief om draait. Met het deconnectierecht voegde ik een element toe aan de fundering voor een degelijk beleid rond arbeidstijd. De pijlers staan er nu voor onze federale overheid als werkgever: flexibele telewerkmogelijkheden, moderne gebouwen, degelijk IT-materiaal, wettelijke regels rond mentaal welzijn op het werk en nu ook het deconnectierecht.
 
*** 
 
(FR) Mais je ne vous parle ici que de la base, du cadre du droit à la déconnexion. Dans l’administration fédérale, ce droit reconnaît la singularité de chaque employeur, ainsi que son contexte spécifique. Selon moi, il est toujours préférable de conclure des accords sur le temps de travail en concertation avec le personnel, les organisations syndicales et les parties prenantes, et de ne pas les imposer de manière trop rigide via la hiérarchie.
 
Il est ici question de cocréation d’accords adaptés à chaque organisation, voire à chaque équipe, garantissant à chacun et à chacune suffisamment de moments de repos et un lâcher prise sur le travail. C’est une manière d’ouvrir le dialogue sur l’équilibre entre vie professionnelle et vie privée entre les collaborateurs et les dirigeants. C'est aussi un moyen d’assurer le suivi de la santé mentale et de pouvoir en parler.
 
En dehors de cela, l’arrêté royal fixe des lignes directrices claires, comme le fait que vous ne devriez subir aucun préjudice si vous ne répondez pas au téléphone ou ne lisez pas les mails liés au travail en dehors des heures de travail normales. Le droit à la déconnexion est donc le droit de pouvoir « tout débrancher ». Et il offre une sécurité pour parler du bien-être au travail.
 
En outre, le droit à la déconnexion laisse une porte ouverte à la flexibilité. Par exemple, nous avons choisi de ne pas couper le trafic mail après une certaine heure, car cela risquerait de compromettre la flexibilité et l'autonomie des agents. En effet, la déconnexion implique aussi l'autonomie de se déconnecter quand cela convient. Par ailleurs, des études ont montré que la déconnexion imposée ne fonctionnerait pas. Les personnes qui, en concertation avec leur employeur, préfèrent organiser leur journée de manière légèrement différente des heures de bureau habituelles devraient dès lors avoir la possibilité de le faire.
 
*** 
 
Cet évènement a pour objectif de vous aider pour l’étape suivante, à savoir le cadre d’accords par organisation. Les collègues du SPF BOSA ont rassemblé des exemples de bonnes pratiques issues d’organisations qui ont déjà entamé la mise en œuvre du droit à la déconnexion.
 
Je ne peux en effet qu’élaborer la réglementation, et c’est à vous de la concrétiser, mais pour ce faire, vous ne devez pas partir d’une page blanche. Pendant des années, des accords ont été conclus au sein des organisations concernant le travail, le temps de travail et le temps libre. Le « droit à la déconnexion » ne doit donc pas être considéré comme un point final ou un produit fini. Dans notre société actuelle où les conditions et l'environnement de travail sont en constante évolution, la déconnexion est un point de croissance permanent. Il s'inscrit dans une démarche plus large autour du bien-être au travail sur laquelle je veux absolument travailler.
 
Au sein de l’administration fédérale, nous avons donc déjà investi et continuerons à investir dans de nombreuses formations autour de la résilience, de la déconnexion, etc. Nous investissons dans l'accompagnement de carrière, le coaching, le coaching en stress et dans les compétences de nos dirigeants. Nous travaillons à la mise en place d'une culture du feed-back ouverte dans laquelle le bien-être mental doit absolument pouvoir être discuté.
 
Je tiens déjà à remercier le SPF BOSA et le SPF ETCS pour l'organisation de cet événement qui met en avant le thème de la déconnexion. Un grand merci également d'avoir invité quelques orateurs intéressants aujourd'hui.
 
Je vous souhaite une matinée fantastique et instructive.