Persbericht

De Sutter legt een Europees kader vast voor ambtenaren die willen telewerken en deconnecteren na het werk

Minister voor Ambtenarenzaken Petra De Sutter en haar Franse collega - minister van Transformatie en Ambtenarenzaken Stanislas Guerini - ondertekenen vandaag een Europese Kaderovereenkomst voor de digitalisering van federale overheidsdiensten.

De Belgische en Franse administraties namen elk op hun beurt de voorbije twee jaar het voorzitterschap op zich van de werkgevers van het Comité voor de Sectorale Sociale Dialoog voor de Staats- en Federale administraties. “Vandaag ondertekenen we een ambitieuze Europese overeenkomst die van het openbaar bestuur een moderne werkgever maakt en die een voorbeeldfunctie heeft in heel Europa,” zegt minister De Sutter.   

De overeenkomst creëert een kader voor de overheidsdiensten in Europa om zich aan te passen aan de nieuwe werkcontext waarin telewerken en digitalisering een nieuwe realiteit wordt. “Ons land heeft op dat vlak de voorbije maanden al grote stappen gezet. Zo heb ik onlangs het recht op deconnectie voor onze federale ambtenaren verankerd in de wet. Het is belangrijk dat overheidsdiensten het goede voorbeeld geven in heel Europa. Door deze overeenkomst wordt een coherent kader voor alle Europese landen tot stand gebracht,” zegt De Sutter.   

Meer dan 50 concrete maatregelen  

Het akkoord bevat meer dan 50 concrete maatregelen. ‘Het akkoord zet het welzijn en de gezondheid van ambtenaren centraal. Administraties moeten bijvoorbeeld zorgen dat de werkplek thuis ergonomisch kan ingericht worden. Het akkoord voorziet een sterk kader voor telewerk: als een werkgever bijvoorbeeld een vraag om thuis te werken afwijst, moeten daar duidelijke en objectieve redenen voor zijn. Ten slotte verankert het akkoord het recht om los te koppelen van het werk voor overheidspersoneel/ werknemers,’ zegt De Sutter. 

Ten slotte stipt De Sutter aan dat de digitale kloof nog steeds bestaat. “De overeenkomst bevat clausules om digitaal niemand achter te laten. Werknemers die moeite hebben met de digitale wereld, moeten recht hebben op specifieke ondersteuning. Het akkoord stelt zet zich ook aan de kant van de burgers. Het vraagt om de toegang tot diensten niet enkel via een digitale manier aan te bieden maar menselijke contacten en individueel advies zoveel mogelijk te behouden. Dat staat expliciet in de tekst van het akkoord, en dat is een uitstekende zaak’, vult de minister aan.   

De raamovereenkomst omvat ook verschillende maatregelen die een kader creëren voor het gebruik van artificiële intelligentie, gegevensbeheer en online opleidingen van werknemers.   

Volgende stappen  

De Europese sociale partners vragen vandaag aan de Commissie om de ondertekende kaderovereenkomst bij besluit van de Raad bindend te maken voor alle overheidsdiensten in Europa (overeenkomstig artikel 155, lid 2 van het VWEU). De lidstaten zullen dan de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aannemen om binnen twee jaar na de vaststelling ervan aan het besluit van de Raad te voldoen. De Commissie zal, na raadpleging van de lidstaten en de sociale partners op het niveau van de Unie, drie jaar na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag voorleggen over de uitvoering van de overeenkomst. “We hopen dat de maatregelen die we vandaag nemen voor alle Europese ambtenaren gelden”, zegt de minister.  

‘De overeenkomst is van toepassing op de landen van de Europese Unie die lid zijn van het Sectoraal Comité. Het gaat om zo'n 9 miljoen ambtenaren, die daardoor onder meer kunnen telewerken en online trainingen kunnen volgen en tegelijkertijd de burgers van thuis uit digitale dienstverlening kunnen bieden. Als de Europese Commissie en de Europese Raad ingaan op ons verzoek, zal het raamakkoord alle ambtenaren van de Europese Unie aangaan’, besluit de minister.