Minister De Sutter breekt lans voor telewerk en digitalisering op eerste EU-top Publieke Sector in 7 jaar
Voor het eerst in 7 jaar tijd zijn alle ministers voor Ambtenarenzaken van de Europese Unie bijeengekomen op een top in Lissabon. De impact van de coronacrisis heeft het geloof en vertrouwen in een sterke overheid opnieuw aangewakkerd. ‘Overal ter wereld keken mensen naar de overheid voor steun en begeleiding’, zegt federaal minister voor Ambtenarenzaken Petra De Sutter. ‘Vanuit de overheid kunnen we de samenleving veranderen en sterker maken.’
Informatie verspreiden over het gezondheidsbeleid, mensen helpen die met vragen zitten of tijdelijk werkloos zijn, telewerk faciliteren, een test- en vaccinatieprogramma uitrollen, … De verschillende overheden hebben de burgers het laatste anderhalf jaar zo goed mogelijk proberen te begeleiden en steunen. De nood om met alle EU-ministers voor Ambtenarenzaken samen te komen en best practices en risico’s te bespreken was na 7 jaar zonder topontmoeting groot.
Maar ook de werking van de administratie zelf is druk besproken. Net als in andere sectoren, waren en zijn ambtenaren tijdens deze ongeziene crisis ook aangewezen op telewerk, met alle voordelen, ongemakken en uitdagingen die daarmee gepaard gaan. Voor minister De Sutter, die op termijn structureel naar twee dagen telewerk per week wil voor de federale ambtenaren, biedt deze plotse omslag in manier van werken kansen.
‘Veel mensen beseffen nu dat zo’n hybride manier van werken echt wel doenbaar is en voor veel voordelen zorgt’, zegt minister De Sutter. ‘Maar tegelijk zagen we meteen ook de moeilijkheden die daarmee gepaard gaan en waarbij we onze ambtenaren moeten begeleiden. Managers worden opgeleid om hun medewerkers goed te begeleiden, en voor sommige mensen voor wie telewerk moeilijk is, nemen we extra maatregelen. Zo voorzagen we al een budget van 500.000 euro zodat ambtenaren met een handicap ook thuis even makkelijk kunnen werken als aan hun aangepast bureau op kantoor.’
‘Maar ook voor het recht op deconnectie, ‘the right to disconnect’, heb ik een lans gebroken bij mijn Europese collega’s, zoals ik eerder ook al deed als Europarlementslid. Door het vele thuiswerk dreigt de grens tussen werk en privé voor veel mensen te vervagen. Duidelijke afspraken over wanneer je bereikbaar bent en wanneer je ‘offline’ bent, zijn nodig. In België staan hiervoor al enkele stappen op stapel, maar in veel andere Europese landen bestaat daar nog geen duidelijke wetgeving rond.’
Digitaliseren, maar tegelijk niemand achterlaten
Een ander groot aandachtspunt tijdens de Europese top was de manier van dienstverlening en de digitale evolutie. Ook die kreeg tijdens de coronacrisis een boost, omdat veel dienstverlening vanop afstand moest gebeuren. Maar ook daar zijn risico’s aan verbonden, waarvoor minister De Sutter haar collega’s wil waarschuwen, want niet iedereen is mee met de digitalisering.
‘Ik ben ervan overtuigd dat de digitale transitie de way to go is, samen met een ecologische omslag’, zegt minister De Sutter. ‘Maar we moeten erover waken dat niemand uit de boot valt. Veel mensen hebben niet de skills om online hun weg te vinden, of kunnen zich zelfs geen goeie internetverbinding veroorloven. We werken volop om mensen in de toekomst nog altijd ter plaatse te helpen met alle administratie of met uitleg over de online toepassingen, bijvoorbeeld in het lokale postkantoor. Via een uitgebreider sociaal tarief voor telecomdiensten willen we iedereen de kans geven online te kunnen gaan. En bij de uitrol van 5G in ons land waken we erover dat er ook in de huidige witte zones dekking zal zijn voor mobiel internet. Daarnaast maken we werk van bijvoorbeeld een E-box, een digitale brievenbus, en meer performante chatbots om burgers naar de juiste administratieve dienst te leiden.’