Toegankelijkheid telecom ligt vast in nieuwe wet

‘Vanaf 2025 treedt wetgeving in werking waardoor betaalterminals, smartphones, ticketverdelers, telecommunicatiediensten...aangepast zijn aan wie een handicap heeft. Hiermee is een Europese Richtlijnomgezet in nationale wetgeving en worden producenten verplicht om hun producten of diensten toegankelijk aan te bieden,’ klinkt het bij Minister van Telecommunicatie Petra De Sutter. Deze wetgeving werd goedgekeurd door de ministerraad op 16 december.

De Sutter haar wet en bijhorende KB’s over toegankelijkheid bij telecommunicatiediensten en radioapparatuur werd goedgekeurd door de ministerraad. ‘Op Europees niveau werd de knoop al jaren geleden doorgehakt: mensen met een handicap moeten beter toegang krijgen tot een hele resem producten en diensten. Alles wat met telecommunicatiediensten en radioapparatuur te maken heeft, zal in ons land toegankelijk moeten zijn binnen twee jaar,’ klinkt het bij de minister voor Telecommunicatie.

Voor De Sutter is deze wet ook een principiële kwestie. ‘Europa verplicht ons om haar richtlijnom te zetten in nationale wetten. Maar voor mij is dit ook een principieel punt: willen we dat mensen met een handicap daadwerkelijk mee kunnen doen in onze samenleving of aanvaarden we dat ze aan de kant staan? Voor mij is het duidelijk: wij moeten alles uit de kast halen waardoor mensen met een handicap gelijkwaardig kunnen deelnemen aan onze samenleving.’

De Sutter legt uit dat de wet de toegankelijkheidsvoorschriften breed invult. ‘Het gaat over radioapparatuur. Dat kunnen betaal- of ticketautomaten zijn omdat ze een radioverbinding hebben, maar het gaat evengoed over tablets, telefoons of bijvoorbeeld een decoder. Daarnaast giet de wetgeving de toegankelijkheid van telecommunicatiediensten in harde afspraken..’

Een ander punt uit de nieuwe wet is minstens zo belangrijk, weet De Sutter. ‘Doven die nu willen telefoneren worden geholpen door een apparaatje dat spraak omzet in tekst. Dat apparaatje werkt alleen maar als het signaal van de telefoon, gsm of internet kwalitatief genoeg is. Onze wet verplicht daarom telecomoperatoren om signalen uit te zenden die voldoen aan kwaliteitsnormen. Zo worden die hulpmiddelen interoperabel: gebruikers van die apparaatjes kunnen vrij communiceren met een telefoon, gsm of internet.’

Door de omzetting in nationale wetgeving zal de telecomregulator BIPT de diensten en producenten in kwestie kunnen controleren op hun toegankelijkheid. ‘Het lijkt misschien onbelangrijk, maar het inwerking treden van deze wet betekent heel wat. Mensen met een handicap hangen nu voor een stuk af van de goodwill van producenten. Op zich verplicht niets hen om bijvoorbeeld telefoons aan te bieden die gebruiksvriendelijk en toegankelijk zijn voor mensen die slecht zien. Dat verandert dus. Sterker: het BIPT zal het ook in de gaten houden,’ stelt ze tot slot.