Toespraken
31 januari 2023
VVBB - Overheidsmanager van het Jaar
Deze avond werden enkele overheidsmanagers door de Vlaamse Vereniging voor Bestuur en Beleid in de bloemetjes gezet. Ik had de eer deze awards uit te reiken en benadrukte in mijn speech het belang van empathisch, maar besluitvaardig leiderschap.
Goeienavond iedereen
Allereerst bedankt aan de Vlaamse Vereniging voor Bestuur en Beleid om mij hier vanavond het woord te geven. Fijn ook dat jullie ieder jaar, met deze awards, inspirerend leiderschap in de kijker zetten.
Wanneer het over inspirerend leiderschap gaat, denk ik meteen aan de premier van Nieuw-Zeeland, Jacinda Ardern, die vorige week haar vertrek aankondigde. U hebt dat vermoedelijk ook wel in het nieuws gezien.
Jacinda is voor velen een icoon geworden van verfrissend leiderschap – soms tegen haar eigen wil en dank. En het feit dat ik haar zonet enkel bij haar voornaam noemde, zegt eigenlijk alles.
Ze werd op haar 37ste premier, en was toen de jongste vrouwelijke wereldleider. Ze beviel van een dochter tijdens haar premierschap en nam haar kindje mee naar een vergadering van VN – omdat ze toen nog borstvoeding gaf.
Maar het waren niet enkel deze symbolische daden die haar bekendheid gaven. Het was vooral haar stijl, als leider, als premier, die ervoor zorgde dat ze wereldwijd opgemerkt werd. Zelf benoemde ze het in haar afscheidsspeech als ‘kind but strong, empathetic but decisive, optimistic but focused’. Empatisch, maar daadkrachtig dus.
En dat was ze. Na de aanslag op een moskee toonde ze bijzonder veel medeleven toen ze de slachtoffers bezocht, maar ze weigerde ook de naam van de dader uit te spreken én verstrengde ze de wapenwetten. Empathetic, but decisive. Kind, but strong, dus.
***
Ik haal Jacinda aan omdat ze verschillende eigenschappen belichaamt die ik belangrijk vind wanneer het over leidinggeven gaat. Ze vertegenwoordigt een jong, vrouwelijk en innoverend leiderschap. Met oog voor samenwerking en welzijn. En sommige van deze eigenschappen komen ook terug bij de winnaars van vanavond.
Marleen Porto-Carrero wordt hier vandaag (onder andere) in de bloemen gezet, omdat haar talent voor samenwerking inspirerend werkt. En ook Linda Boudry wordt gelauwerd omdat ze mensen samenbracht.
Da’s natuurlijk niet toevallig. Ik geloof namelijk dat samenwerkingen binnen de overheid heel belangrijk zijn. En bovendien dat deze samenwerkingen ook de departementen en bevoegdheidsniveaus kunnen en moeten overstijgen.
Om maar één voorbeeld te noemen: voor uitdagingen als loopbaanperspectief of re-integratie van langdurig zieken zouden we veel kansen missen als we enkel naar onze eigen departementen en overheidsniveaus kijken.
Maar ook op het vlak van innovatie is het nuttig om samenwerkingen te zoeken die de eigen departementen overstijgen – om van elkaar te leren en om ervaringen uit te wisselen.
***
Dat brengt me dan ook bij het belang van innovatie binnen de overheid. Ik moet het publiek hier niet vertellen dat de maatschappij steeds veeleisender wordt en de budgetten vaak steeds krapper. Efficiëntie is terecht een ordewoord geworden voor de overheid. Maar om dat te verzoenen met een vlekkeloze en klantvriendelijke dienstverlening moeten we soms anders naar dingen durven krijgen. Een tweede eigenschap die een goed manager kenmerkt, is voor mij dan ook oog voor innovatie. En ook daar zie ik voor jullie, als overheidsmanagers, een belangrijke rol weggelegd.
Innovatie hoeft trouwens niet noodzakelijk altijd bombastisch te zijn – het kan in kleine dingen zitten – het is soms niet meer dan op een vernieuwende manier over probleemoplossingen nadenken; een kleine wandeling naast het platgetreden pad.
En het is daarbij cruciaal om ervoor te zorgen dat de medewerkers zich veilig voelen om met innovatie aan de slag te gaan. Ze mogen er niet voor terugschrikken om onderweg te struikelen, misschien tegen de grond te gaan en daarna weer opnieuw te beginnen.
Het is ook onze taak als overheid – vind ik – om onze Belgische kenniseconomie te ondersteunen. Het is verbazingwekkend hoe veel goede ideeën, start-ups en scale-ups er zijn van ondernemende mensen in ons land. Aan ons als overheid om innovatiepartnerschappen te sluiten en win-wins te creëren.
Dat Dorien Bauwens hier vandaag de prijs voor overheidstalent wint, omdat ze zo innoverend tewerk gaat, moedig ik dus zeker aan.
***
Daarnaast is het geen geheim dat ik graag meer vrouwen in topfuncties zou willen zien. Ik ben daarom ook heel tevreden dat er hier vandaag drie vrouwen een prijs mee naar huis nemen.
Niet omdat ik vind dat de mannelijke overheidsmanagers dit jaar geen goed werk leverden, maar het is fijn dat de vrouwelijke topmanagers in de kijker lopen. Op die manier worden ze rolmodellen voor andere vrouwelijke medewerkers die misschien tegen drempels aanlopen om de stap naar een mandaatfunctie te zetten.
Bovendien is een genderevenwicht nooit een slechte zaak. En daar is bij de federale overheid nog wat werk aan. Momenteel is slechts 50 van de 165 mandaathouders een vrouw. Om dit cijfer te verbeteren, brachten we de selectiejury’s voor mandaatfuncties naar een 50/50 genderverdeling – omdat we nu eenmaal geneigd om te kiezen voor wie het meest op ons lijkt, kan dit een oplossing bieden.
Los van de jury’s blijven we ook investeren in development programma’s voor vrouwen én mannen. Talent verdient soms een duwtje in de rug.
***
Als laatste punt geloof ik dat we stevig moeten investeren in jong talent. Ik weet niet hoe het bij de Vlaamse overheid zit, maar bij de federale overheid is slechts 1 op 5 medewerkers jonger dan 35.
Dat betekent dat we op dit moment tonnen ervaring herbergen, maar dat we op termijn ook aankijken tegen een verlies aan expertise.
Daarom is het zo belangrijk om jong talent naar de overheid te halen én er te houden. De overheid is vaak niet de eerste joboptie waar afstudeerders aan denken en dat is jammer.
Ik wil van de federale overheid daarom dé aantrekkelijkste werkgever maken. En ja, dat is een boutade, want het is nog maar de vraag of dat ooit lukt, maar het bepaalt wel de richting die we uitmoeten. We moeten ervoor zorgen dat wie de schoolbanken verlaat, of na een eerste werkervaring iets nieuws zoekt, meteen aan de overheid denkt als valabele optie of alternatief.
Dat gebeurt door ons merk als overheid in de markt te zetten, maar ook door de mate waarin u allemaal – als topmanagers – zorg draagt voor talent – jong en oud. Het kan dus alleen maar helpen dat er hier vandaag voor het eerst een prijs voor jong overheidstalent uitgedeeld wordt.
Uit een studie van Vlerick bleek overigens hoe belangrijk het zogenaamde ‘zetje’ is, het duwtje in de rug. Door te zeggen tegen iemand dat ie ‘potentieel heeft’ of ‘goed bezig is’, geef je iemands carrière misschien een heel nieuw elan en creëren we de topmanagers van morgen. Kind, but strong.
***
Ik merk elke keer weer, als minister, hoe belangrijk goede overheidsmanagers zijn. Wij kunnen op politiek niveau het beleid dan wel bepalen, maar het zijn jullie, als overheidsmanagers, die het in uitvoering brengen. Het zijn ook vaak jullie die de experten aanleveren om over beleidsoplossingen na te denken en er vorm aan te geven. Dialoog tussen politiek en topmanagement is dan ook essentieel.
Daarnaast vind ik ook dat de relatie tussen ons er één moet zijn op basis van vertrouwen. Iedere overheidsmanager gaat door een grondig selectieproces – en daarna hebben we vanzelfsprekend alle vertrouwen in die persoon – die moet dan ook de ruimte en het vertrouwen krijgen om zijn organisatie te leiden binnen het beleidskader.
***
Ik begon mijn verhaal hier vandaag met Jacinda Ardern. Omdat zij voor mij symbool staat voor een nieuw soort leidinggeven – weg van een oude managementcultuur van dominantie en competitiviteit. Maar eentje van daadkracht en vriendelijkheid. Sommigen noemen dit ‘vrouwelijk leiderschap’, maar er zijn evengoed mannen die hierin kunnen excelleren. Empathie en besluitvaardigheid zijn geen tegenstellingen, bewees Jacinda. Net als Dorien, Marleen en Linda dat ook bewijzen. Net als velen onder jullie dat ook iedere dag laten zien. Dus ik sluit graag af met een welgemeende dankjewel daarvoor.
Dankuwel.